Geaccrediteerde nascholing
Menu

Substitutie van geneesmiddelen, bio-equivalentie, prijs en verzekeraars

Door op 09-03-2020
  • 00Inleiding
  • 01Farmacokinetiek en bio-equivalentie
  • 02Ziektebeelden waarbij generieke substitutie ongewenst is
  • 03Hulpstoffen
  • 04Beschouwing
  • 05Conclusie
  • 06Reacties (1)

Samenvatting

Het substitueren van geneesmiddelen komt steeds vaker voor doordat zorgverzekeraars dit eisen en omdat er geneesmiddelen niet leverbaar zijn. Geneesmiddelsubstitutie is alleen geoorloofd als blijkt dat de ratio van de area under the curve (AUC) van het te substitueren geneesmiddel en van het origineel gefabriceerde geneesmiddel binnen de 80% en 125% ligt. Volgens de handleiding Geneesmiddelsubstitutie van de KNMP is het bij geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte, bij transplantatie, epilepsie, antipsychotica en middelen tegen de ziekte van Parkinson niet wenselijk dat substitutie plaatsvindt. In dit artikel worden achtereenvolgens besproken: historische context rondom geneesmiddelsubstitutie, regels met betrekking tot bio-equivalentie, farmaceutische hulpstoffen en geneesmiddelen of ziektebeelden waarbij liever geen substitutie zou moeten plaatsvinden.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Geers, H.C.J.
Thema Wisselend
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 9 maart 2020
Editie Psyfar - Jaargang 15 - editie 1 - 2020 | nummer 1

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel

  • weet u waarom apothekers geneesmiddelen substitueren;
  • weet u wat bio-equivalentie inhoudt;
  • weet u wat de uitzonderingen zijn bij geneesmiddelsubstitutie;
  • kent u de functie van hulpstoffen.