SSRI-ontwenningssyndroom nader bekeken

Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) zijn momenteel de meest voorgeschreven antidepressiva. Ze werken via het blokkeren van de serotonineheropnamepomp (SERT), waardoor er meer serotonine (5-HT) beschikbaar komt in de synapsspleet. Het is bekend dat deze antidepressiva ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Deze worden veroorzaakt door een abrupte daling van serotonine in de synapsspleet na staken van de SSRI. De ontwenningsverschijnselen zijn een gevolg van structurele veranderingen in het serotonerge systeem als gevolg van SSRI-gebruik, zoals desensibilisatie van de 5-HT1A-autoreceptoren, verminderde expressie van de SERT, up-regulatie van het mRNA dat codeert voor tryptofaanhydroxylase en down-regulatie van de 5-HT-heteroreceptoren. Om deze veranderingen terug te draaien is een hyperbolisch afbouwschema aan te raden. Op deze manier krijgt het lichaam de tijd om te wennen aan de veranderingen in het serotonerge systeem, waardoor er minder ontwenningsverschijnselen optreden.