Geaccrediteerde nascholing
Menu

Klinisch-chemische monitoring van valproïnezuur in de dagelijkse praktijk

Door op 14-12-2018
  • 00Inleiding
  • 01Monitoring van leverenzymen
  • 02Elektrolyten
  • 03Bloedbeeld
  • 04Conclusies en aanbeveling
  • 05Reacties (0)

Samenvatting

Bij patiënten die chronisch behandeld worden met valproïnezuur voor een bipolaire stoornis worden jaarlijks leverfunctie, bloedbeeld en elektrolyten bepaald, conform de richtlijn bipolaire stoornissen. Het nut van deze routinematige bepalingen staat echter ter discussie. Uit onderzoek blijkt dat valproïnezuur niet geassocieerd is met elektrolytafwijkingen en slechts in de eerste maanden van de behandeling bloedbeeldafwijkingen veroorzaakt. Ernstige leverschade kan niet voorkomen worden door jaarlijkse labbepaling, en bloedbeeldafwijkingen komen nauwelijks voor bij langdurig gebruik van valproïnezuur. Het instrueren van patiënten om alert te zijn op symptomen van leverschade of bloedbeeldafwijkingen (o.a. geelzucht, misselijkheid, braken, vermoeidheid en blauwe plekken) is wel zinvol voor tijdige detectie. Monitoren van bloedbeeld na drie tot zes maanden, één jaar en twee jaar na start of dosisverhoging van valproïnezuur of relevante comedicatie volstaat.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Meijboom, R.W.
Grootens, K.P.
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 14 december 2018
Editie Psyfar - Jaargang 13 - editie 4 - 2018 | nummer 4

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel

  • kent u de belangrijkste argumenten tegen routinematig laboratoriumonderzoek bij chronisch gebruik van valproïnezuur
  • bent u op de hoogte van de parameters die wel belangrijk zijn bij veilig gebruik van valproïnezuur
  • weet u welke symptomen duiden op leverschade door valproïnezuur